Intxaur saltsa, zoete walnotensoep

'Intxaur Saltsa' is één van de meest geliefde en traditionele kerstdesserts in Baskenland. Het gaat om een zoete walnotensoep, die vooral in de dorpen en andere landelijke gebieden met kerstavond werd gegeten, omdat dat uit religieus oogpunt een avond was waarop geen vlees werd gegeten.

Het werd oorspronkelijk gemaakt met melk of bouillon, getrokken van kabeljauw, en om het kleur te geven worden er ook wel eieren of maisbroodkruimels aan toegevoegd. De walnoten werden met een vijzel of onder een fles -gebruikt als deegroller- gemalen. Soms wordt de naam geschreven als 'intxaursalsa', wat in het Baskisch niet grammaticaal correct schijnt te zijn.

Ingrediënten: 250 g gepelde walnoten. 1 liter volle melk, 250 g. suiker, 1 kaneelstokje

Bereidinsgwijze:
Plet de noten met een houten hamer, roller of vijzel tot een fijne pasta.

Zet ondertussen de melk met het kaneelstokje op het vuur. Verwijder zodra de melk aan de kook komt het kaneelstokje en voeg het notenmengsel en de suiker toe. Zet het vuur laag en laat 30 minuten doorkoken. Roer af en toe door om verbranding aan de bodem te voorkomen.

Als het mengsel te dik wordt kan er wat meer melk aan toegevoedg worden. Haal het van het vuur zodra het de gewenste dikte heeft. Giet het mengsel in vier soepkommetjes. Bij het afkoelen zal de soep vanzelf meer indikken.

'Intxaur Saltsa' kan zowel warm als koud worden gegeten.